Background image

terug

Vraag 32

In de tekst beschrijft een leerling vier beroepsoriëntatiedagen.
32 Welke omschrijving past bij welke dag?

  1. De leerling heeft de gelegenheid praktijkervaringen te vergelijken.
  2. De leerling krijgt een te optimistisch beeld van een bepaalde opleiding voorgespiegeld.
  3. De leerling krijgt goede carrièremogelijkheden voorgespiegeld.
  4. De leerling maakt kennis met de voordelen van een oriënterend studiejaar.
  5. De leerling raakt geïnteresseerd in de mogelijkheden van de combinatie studie en praktijkopleiding.
  6. De leerling weet in ieder geval wat hij niet wil.
Noteer steeds het nummer van de dag, gevolgd door de letter van de omschrijving.

Je mag elke omschrijving maar één keer gebruiken en je houdt twee omschrijvingen over.

terug

Bijlage(n)

Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.

Bijlage: Orientierung?