Noteer het nummer van elke bewering, gevolgd door ‘wel’ of ‘niet’.
Geef van elk van de onderstaande beweringen aan of deze wel of niet wordt genoemd in de 3e alinea.
Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.
Bijlage: «Un garçon, ça pleure pas, une fille, c’est nul en maths»