Examentrainers

Geef van elk van de onderstaande beweringen aan of deze op grond van alinea 5 en 6 juist is of onjuist.

1. Eden heeft weinig last gehad van discriminatie op zijn school.
2. Eden is als jood zeer religieus en viert alle joodse feesten.
3. Eden loopt niet te koop met het feit dat hij een jood is.

Noteer het nummer van elke bewering, gevolgd door “juist” of “onjuist”.

Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.

Bijlage: Moi, Eden, juif, Français et Israélien