Jamila maakt de opstelling die in het figuur
schematisch is weergegeven. In het
bekerglas heeft zij gedestilleerd water
gedaan.
Om te kunnen bepalen hoeveel warmte de
lamp afgeeft, wil zij een schatting maken
van de warmtecapaciteit van het bekerglas
met daarin het water, de autolamp en de
thermometer.
Deze warmtecapaciteit noemt zij Ctotaal.
Zij bepaalt eerst de massa van het
bekerglas. Deze blijkt 190 gram te zijn.
In het bekerglas, dat van gewoon glas is
gemaakt, doet zij 500 gram water.
Mede op grond van deze gegevens schat
Jamila dat de warmtecapaciteit Ctotaal een
waarde heeft van 2,3·103 J/K.
Laat met behulp van een berekening zien
dat dit een redelijke waarde is.