Jeanette heeft een versnellingsmeter op de bagagedrager van haar fiets gemonteerd.
Zij trekt op vanuit stilstand, rijdt even met constante snelheid en laat zich vervolgens
uitrijden zonder te trappen of te remmen.
In figuur is het (snelheid, tijd)-diagram te zien dat ze met behulp van een computer van
haar metingen heeft gemaakt.
Het diagram bevat vier karakteristieke delen:
A: van t = 0 tot t =10 s
B: van t = 10 tot t = 50 s
C: van t = 50 tot t = 70 s
D: van t = 70 tot t = 160 s
Op de bijlage staat een tabel. De beweging van de fiets in de delen A, B, C en D is te
karakteriseren door in de tabel een kruisje op de juiste plaats te zetten. Voor de delen A en
C is dat al gebeurd.
Karakteriseer de beweging van de fiets in de delen B en D. Gebruik daarvoor de tabel op de
bijlage.