Background image

terug

Vraag 21

In figuur staat een plaatje van een sportfiets.
De kracht die de fietser uitoefent op de trapper wordt via het voortandwiel, de ketting en het achtertandwiel overgebracht naar het achterwiel. (Het kleine wieltje onder het achtertandwiel dient om de ketting strak te houden en is voor de overbrenging niet van belang.)
De trappers en het voortandwiel vormen één geheel en draaien om dezelfde as, de zogenaamde trapas. Zie figuur. Tijdens het fietsen werken er twee krachten op dit geheel: de kracht van de voet op de trappers (Ft) en de kracht van de ketting op het voortandwiel (Fk).
In figuur zijn deze krachten drie maal schematisch weergegeven.
Neem aan dat er met constante snelheid gefietst wordt.
Leg uit welke van de drie figuren (A, B of C) de situatie dan het beste weergeeft.

terug

Bijlage(n)

Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.

Bijlage: een fiets
Bijlage: Fiets wiel