Pieter en Anne doen onderzoek naar de beweging van een karretje op een hellend vlak.
Zij gebruiken een afstandssensor om de positie van het karretje te bepalen. De sensor is
aangesloten op een computer die de metingen opslaat en bewerkt. Figuur geeft hun
opstelling schematisch weer.
De afstandssensor meet de positie van de achterkant van het karretje; daar is een stuk karton
aangebracht waarop de sensor gericht is. In de figuren staan het (x,t)-diagram en het
bijbehorende (v,t)-diagram die de computer van de beweging van het karretje heeft gemaakt.
Pieter en Anne willen controleren of het (v,t)-diagram en het (x,t)-diagram met elkaar in
overeenstemming zijn. Ze nemen het tijdstip t = 1,5 s als controletijdstip.
De figuren staan vergroot op de bijlage.
Toon met behulp van de figuren op de bijlage aan dat voor het genoemde tijdstip het
(v,t)-diagram van de computer klopt met het (x,t)-diagram. Pas daarvoor óf de
raaklijnmethode óf de oppervlaktemethode toe.
Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.
Bijlage: Afstandssensor