Background image

terug

Vraag 22

Voor de grootte van de weerstand R, de condensator C en de referentiespanning kunnen verschillende waarden worden gekozen. Hieronder zijn drie mogelijkheden aangegeven:

Mogelijkheid
A
Mogelijkheid
B
Mogelijkheid
C
R = 300 kΩ
C = 2,0·10-5 F
Vref=2,OV
R =600 kΩ
C = 2,0·10-5 F
Vref = 2,OV
R =600 kΩ
C = 2,0·10-5 F
Vref = 1,5 V


Steeds wordt de schakelaar eerst in stand 1 gezet en daarna in stand 2.

Beredeneer bij welke van deze drie mogelijkheden de lamp het langst brandt.