Na de brug is de weg weer horizontaal. Op deze horizontale weg gaat de fietser een
bocht door waarbij de grootte van zijn
snelheid niet verandert. Hij maakt daarbij
een hoek met het horizontale vlak. Zie
figuur. Op de fietser werkt een aantal
krachten. De resultante van deze krachten
grijpt aan in het zwaartepunt Z1. De
zwaartekracht Fz is al aangegeven in het
figuur. Het figuur staat ook op de bijlage.
Bepaal met behulp van een constructie op
de bijlage de grootte van de
middelpuntzoekende kracht.