Background image

terug

Vraag 10

In het figuur hier onder is zijn snelheid tijdens de race uitgezet als functie van de tijd.



Tijdens het hardlopen oefent de atleet onder andere een horizontale kracht uit op de grond.
Tussen t = 2,00 s en t = 3,00 s is deze kracht Fhor gemiddeld gelijk aan 220 N. De atleet ondervindt ook een tegenwerkende wrijvingskracht van de lucht Fw .

Bepaal met behulp van het figuur de gemiddelde grootte van Fw tussen t = 2,00 s en t = 3,00 s.