Stel dat het knallen van een ballon minimaal 2,5 ms duurt. Bij een te lage filmbeeldsnelheid kan het knallen tussen twee filmbeelden plaatsvinden. Raymond kiest voor een filmbeeldsnelheid van 420 beelden per seconde.
Laat met een berekening zien dat bij deze filmbeeldsnelheid de knallende ballon altijd te zien zal zijn.