Op een plankje vormen vier ijzeren spijkers de hoekpunten van een
vierkant. Om de spijkers wordt een metalen draad gespannen. Zie de eerste afbeelding. Een zijde van het vierkant is 13,8 cm lang en heeft een
weerstand van 2,0 Ω.
In de tweede afbeelding is de situatie schematisch weergegeven. De spijkers zijn met
de letters A, B, C en D aangeduid.
De oppervlakte van de doorsnede van de draad is 3,1·10-2 mm2.
Toon met een berekening aan dat de draad van constantaan is.