Marissa heeft in haar schakeling één van de volgende vijf weerstanden
opgenomen: 0,030 Ω, 0,30 Ω, 3,0 Ω, 30 Ω of 3,0·102 Ω.
Voor elke weerstand geldt dat hij 10% kan afwijken van de genoemde waarde.
Welke van deze vijf weerstanden heeft ze gebruikt? Licht je antwoord toe met een berekening.