uit een krant:
Schooljeugd verdient door bijbaan steeds meer
Uit het onderzoek „Jongeren 1999” blijkt dat jongeren steeds meer tijd in een bijbaan steken.
De uitbreiding van de openingstijden van winkels heeft dit proces versterkt. Uit het onderzoek
blijkt verder dat de inkomsten van scholieren uit een bijbaan in een paar jaar met meer dan
70% zijn gestegen. In 1999 verdiende een scholier gemiddeld bijna 1.500 euro per jaar. In de
conclusies van het onderzoek wordt zelfs beweerd dat er een echte jongereneconomie is
ontstaan.
Enkele dagen later reageert de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen op de
berichtgeving over het onderzoek „Jongeren 1999”. In deze reactie neemt de minister
stelling tegen de toenemende concurrentie tussen school en bijbaan. Jongeren houden
volgens de minister te weinig tijd en energie over voor school. De minister stelt verder dat
het niet alleen in het belang van de jongeren, maar ook in het belang van de economie is
dat de school de concurrentiestrijd met bijbaantjes niet verliest. De minister overweegt
zelfs via wettelijke maatregelen het aantal uren dat scholieren mogen werken, terug te
dringen.
Jij bent het met de minister niet eens en schrijft een ingezonden brief naar de krant die
als volgt begint:
„Geachte redactie,
In uw krant verscheen onlangs een artikel waarin de minister van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschappen zijn bezwaren tegen bijbaantjes van scholieren uiteenzet. Ik ben het met
zijn standpunt niet eens. Hieronder wil ik de voordelen van bijbaantjes van scholieren
voor de Nederlandse economie uiteenzetten.”
Schrijf het vervolg van de brief.
In de brief moeten de volgende aspecten aan de orde komen: