Background image

terug

Vraag 11

Er zijn in Nederland voorstanders en tegenstanders van gratis openbaar vervoer. Karel en Loes zijn uitgenodigd als inleiders bij een discussiebijeenkomst over gratis openbaar vervoer in Nederland. Karel houdt een betoog waarin voor gratis openbaar vervoer wordt gepleit; Loes houdt een betoog tegen gratis openbaar vervoer.

Karel wijst in zijn betoog met name op de positieve gevolgen van gratis openbaar vervoer voor de mobiliteit op de arbeidsmarkt. Ook pleit hij voor het invoeren van een inkomensafhankelijke heffing om gratis openbaar vervoer betaalbaar te maken.

Loes wijst in haar betoog vooral op de nadelige gevolgen van gratis openbaar vervoer voor de werkgelegenheid in andere bedrijfstakken. Ook wijst zij op de nadelen van het invoeren van een inkomensafhankelijke heffing.

Schrijf het betoog van Karel waarin je stelling neemt voor gratis openbaar vervoer óf het betoog van Loes waarin je stelling neemt tegen gratis openbaar vervoer.

Het betoog begint als volgt:
”Geachte dames en heren,
Ik wil een pleidooi houden voor / tegen gratis openbaar vervoer.”

Schrijf het vervolg van het betoog.
In het betoog moeten de volgende aspecten aan de orde komen:

  1. de invloed van gratis openbaar vervoer op de arbeidsmarkt
  2. het gevolg van de financiering van gratis openbaar vervoer voor de secundaire inkomensverdeling


Daarnaast moet in het betoog naar eigen keuze één van de onderstaande aspecten aan de orde komen. Kies daarbij het aspect dat het best in het betoog past.
  1. de negatieve gevolgen van gratis openbaar vervoer voor de huidige vaste klanten van het openbaar vervoer
  2. andere externe effecten van gratis openbaar vervoer
  3. mogelijke inverdieneffecten van gratis openbaar vervoer
  4. multipliereffecten als gevolg van extra investeringen in de trein-infrastructuur


Aanwijzingen:
  • Schrijf boven het betoog Karel óf Loes, afhankelijk van je keuze.
  • Gebruik bij het vervolg van het betoog 120 woorden (een afwijking van 20 woorden is
  • toegestaan).
  • Het betoog moet een doorlopend verhaal zijn; de onderdelen moeten goed op elkaar aansluiten.