Background image

terug

Vraag 12

Wie gaat straks de oude dag betalen voor de eindexamenkandidaten van vandaag? Zullen er in 2050 nog voldoende werkenden zijn om de Algemene Ouderdomswet (AOW) te financieren? Bestaat de AOW nog wel in 2050? Dit soort vragen wordt steeds vaker gesteld.

Nederland vergrijst, er komen zowel absoluut als relatief steeds meer ouderen.
De AOW dreigt door de vergrijzing onbetaalbaar te worden. Als er nu geen maatregelen genomen worden, zal de AOW-premie jaarlijks moeten stijgen, waardoor de internationale concurrentiepositie kan verslechteren.

De overheid heeft een werkgroep “Seniorenbeleid” ingesteld, die moet onderzoeken hoe de AOW betaalbaar kan blijven. Deze werkgroep komt met een aantal voorstellen, waaronder de volgende drie.
- De leeftijd waarop mensen recht krijgen op een AOW-uitkering moet worden verhoogd.
- Werknemers ouder dan 55 jaar moeten worden bijgeschoold en/of omgeschoold.
- De wig voor ouderen moet worden verkleind.
De scholing van deze oudere werknemers moet worden gericht op verhoging van de participatiegraad van ouderen in Nederland. In Nederland is de participatiegraad van ouderen laag in vergelijking met jongeren. Volgens de werkgroep is de oorzaak van de lage participatiegraad dat oudere werknemers naar verhouding duur zijn. Dat komt doordat deze werknemers meestal aan de top van hun salaris zitten, terwijl de arbeidsproductiviteit in veel gevallen daalt als mensen ouder worden.
Daarnaast wijst de werkgroep op het risico dat, indien ouderen langer door moeten werken, het aantal arbeidsongeschikte ouderen kan toenemen.

Stel je de volgende situatie voor:
Je bent lid van de jongerenafdeling van een politieke partij. Het bestuur van de partij wil de voorstellen van de werkgroep “Seniorenbeleid” in het partijprogramma opnemen, maar de jongerenafdeling is nog niet overtuigd. De partijvoorzitter heeft jou gevraagd een toespraak te houden voor de jongerenafdeling waarin de gevolgen van de voorstellen van de werkgroep worden toegelicht.

De toespraak begint als volgt:
“Beste partijgenoten,
Graag wil ik de voorstellen van de werkgroep “Seniorenbeleid” onder jullie aandacht brengen. Door invoering van deze voorstellen zal de samenleving beter in staat zijn de toenemende kosten van de vergrijzing op te vangen, waardoor de AOW in de toekomst betaalbaar kan blijven. Ik zal eerst de noodzaak uiteenzetten van het invoeren van deze voorstellen. Vervolgens zal ik ingaan op enkele gevolgen van het invoeren van de voorstellen van de werkgroep.”


Schrijf het vervolg van de toespraak.
In deze toespraak moeten de volgende aspecten aan de orde komen.

  1. De wijze waarop verhoging van de AOW-premies tot verslechtering van de internationale concurrentiepositie kan leiden.
  2. De wijze waarop verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd kan bijdragen aan de betaalbaarheid van de AOW, zowel via de inkomstenkant als via de uitgavenkant.
Daarnaast moet in de toespraak naar eigen keuze één van de onderstaande aspecten aan de orde komen. Kies daarbij het aspect dat het best in de toespraak past.
  1. De wijze waarop scholing van oudere werknemers kan leiden tot een toename van de vraag naar ouderen op de arbeidsmarkt.
  2. De wijze waarop een verkleining van de wig voor ouderen het aanbod van ouderen op de arbeidsmarkt kan vergroten.
  3. Een andere maatregel dan omscholing waardoor de toename van het aantal arbeidsongeschikte ouderen kan worden beperkt.
Aanwijzingen:
- De onderdelen van de toespraak moeten logisch op elkaar aansluiten.
- Gebruik voor het vervolg van de toespraak 120 woorden; een afwijking van 20 woorden is toegestaan.