Gegeven is de functie ƒ(x) = e1 + sin (x).
Voor elk positief getal p is gegeven de functie h (x) = e1 + sin (px).
Bij verschillende waarden van p horen verschillende grafieken van h.
Aan deze grafieken is te zien dat de periode van g afhangt van de gekozen waarde van p.Bij p = 1 hoort de grafiek van ƒ
en bij p = 2 hoort de grafiek van g.
Het aantal snijpunten van de grafiek van ƒ met die van
h op het interval [0, 2π] hangt
af van de waarde die voor p gekozen wordt.
Onderzoek voor welke positieve waarden van p de grafiek van
ƒ en de grafiek van htwee snijpunten op het
interval [0, 2π] hebben.