De geoloog heeft de stenen op een rechte lijn
loodrecht op de stroomrichting gelegd. Steen
nummer 3 zal door de stroom sneller vooruit
komen dan de andere stenen. Het
weglengteverschil W dat op die manier tussen
steen nummer 3 en steen nummer 6 na één
uur ontstaat, is afgebeeld in de figuur
hiernaast.
Toon aan dat het weglengteverschil W tussen
steen nummer 3 en steen nummer 6 na één
uur 9 cm is.