terug
Vraag 6
In figuur 1 is de Keplerster getekend, genoemd naar de astronoom Johannes Kepler (1571-1630). In figuur 2 is het bovenaanzicht van die ster getekend.
In de Keplerster kun je twee regelmatige viervlakken onderscheiden,
ABCD en
EFGH, die even groot zijn. Elke ribbe van zo'n viervlak is 6 cm.
Viervlak
ABCD en viervlak
EFGH doordringen elkaar zo dat de ribben middendoor gedeeld worden.
P,
Q,
R,
S,
T en
U zijn de middens van de ribben van de twee viervlakken.
Bereken de totale buitenoppervlakte van de Keplerster.