terug
Vraag 10
Als op een bepaald waarnemingsstation een seismogram gemaakt is en je weet de plaats van het epicentrum, dan kun je met de volgende formule de kracht van de aardbeving berekenen:
R = log(A/T) + 1,66 × log D + 3,30
Hierin is:
- R de kracht van de aardbeving,
uitgedrukt in een getal op de schaal
van Richter.
- A de grootste uitwijking in het seis-
mogram in μm (l μm = 0,001 mm);
A is aangegeven in figuur 7.
- T de tijd in seconden van de trilling
met de grootste uitwijking; ook T
is in figuur 7 aangegeven.
- D de grootte in graden van de hoek
tussen de verbindingslijnstukken
ME en MW. M is het middelpunt
van de aarde, E is het epicentrum
en W is de plaats van het
waarnemingsstation. Zie figuur 8.
| | |
Uit de formule volgt inderdaad dat de kracht op de schaal van Richter met 1 toeneemt als de maximale uitslag van de seismograaf tien keer zo groot wordt (bij dezelfde
T en
D).
Toon dit aan.