In de figuur hebben sommige grafieken twee punten met l gemeen, andere slechts één punt.
Beschouw nu de grafieken van y = c × f(x) voor alle reële waarden van c.
Bereken voor welke waarden van c de grafiek van y = c × f(x) slechts één punt met l gemeen heeft in het gebied 0 ≤ x ≤ 4.