Op het domein [0, 6π] is de functie f gegeven door:
f(x) = x ⋅ sin(x) − sin(x)
Op het gegeven domein zijn de punten O(0, 0) , P(1, 0) , Q, R, S, T, U en V
de snijpunten van de grafiek van f met de x-as.
De punten A en B liggen op de grafiek van f.
De x-coördinaat van A ligt midden tussen de x-coördinaten van R en S.
De x-coördinaat van B ligt midden tussen de x-coördinaten van T en U.
Zie figuur 1.
figuur 1
Uit de gegevens volgt: xA = 2
en xB = 4
Toon met behulp van exacte berekeningen aan dat inderdaad uit de gegevens volgt dat xA = 2