Gegeven is de balk ABCD.EFGH met ribben AB = 3, BC = 4 en CG = 5.
Zie figuur 1.
Het punt L ligt op ribbe CD zodanig dat CL = 2,5 . Het punt M is het
midden van BC. Het punt N ligt op ribbe CG zodanig dat CN = 2 .
Van de balk wordt de piramide C.LMN afgehaald, waardoor het lichaam K
ontstaat. Zie figuur 2.
Bereken de oppervlakte van driehoek LMN. Geef je antwoord afgerond op één decimaal.