De formule die hoort bij de grafiek van f is y = (x −
)² .
Deze formule kun je ook schrijven als y = (x −
)² met p = 1.
Voor elke waarde van p kan bij de formule y = (x −
)² de bijbehorende
grafiek getekend worden. In figuur 2 zijn voor een aantal waarden van p
met p > 0 de bijbehorende grafieken getekend.
Er zijn twee waarden van p waarvoor de grafiek van y = (x −
)² door
het punt (36, 36) gaat.
Bereken exact deze waarden van p.