Background image

terug

Vraag 5

Gegeven is balk ABCD.EFGH, met AB = 8 en BC = CG = 6. De punten K respectievelijk L zijn de middens van AE respectievelijk BF. De punten M en N liggen op FG en EH zo dat HN = GM = 2.



Van balk ABCD.EFGH wordt een stuk afgesneden zodat prisma ADHNK.BCGML ontstaat. Zie de figuur.

Op de bijlage is een begin getekend van een uitslag van het prisma. Hierbij komt een lengte-eenheid van de balk in de figuur overeen met 0,5 cm.

Maak deze uitslag af. Zet de namen bij alle hoekpunten.