Background image

terug

Vraag 18

Op elke hoogte in de waterstraal is de hoeveelheid water die per seconde passeert gelijk. Er geldt dus:

(1) v1A1 = v2A2

Hierin is A1 de oppervlakte van de cirkelvormige uitstroomopening van de kraan en A2 is de oppervlakte van de cirkelvormige dwarsdoorsnede van de waterstraal.

De straal van de kraanopening noemen we r1 en de straal van de dwarsdoorsnede van de waterstraal noemen we r2 . Voor de oppervlakten van de kraanopening en de dwarsdoorsnede van de waterstraal geldt dan

(2) A1 = π ⋅ r12 en

(3) A2 = π ⋅ r22.

Ook geldt nog steeds de formule:

(4) v2 = √(v12 + 19,62⋅l

Uit de bovenstaande vier formules kan voor de straal r2 de volgende formule worden afgeleid:
r22 = (v1 / (√(v12 + 19,62 ⋅ l))) ⋅ r12

Leid deze formule af.