In de eindsprint van een wielerwedstrijd haalt een wielrenner een snelheid van
68 km/uur. Hij gebruikt daarbij de combinatie 52 : 11. De diameter van zijn
achterwiel inclusief de opgepompte band is 67 cm.
Bereken hoeveel keer per minuut de wielrenner de pedalen rond moet trappen
om deze snelheid te bereiken.