Bij een vergelijking van groeiplaatsen van wilde planten in Nederland voor en na 1950 valt
op dat steeds meer plantensoorten zeer zeldzaam worden. Aan de andere kant wordt een
aantal andere wilde plantensoorten steeds algemener.
Schaalvergroting, overbemesting en het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de landbouw
spelen hierbij een belangrijke rol. Vroeger teelden akkerbouwers vaak veel verschillende
soorten gewassen op kleine akkertjes. Op deze akkertjes groeiden verschillende soorten
wilde planten, afhankelijk van het verbouwde gewas.
Tegenwoordig specialiseren veel bedrijven zich in het verbouwen van één of slechts enkele
landbouwgewassen op hun bedrijf. Het zaaizaad wordt steeds beter gezuiverd, zodat het
maar weinig zaden van wilde planten bevat. Grote egaal begroeide akkers met slechts een
gering aantal wilde plantensoorten in en rond de akkers zijn het resultaat.
Leg uit waardoor overbemesting in de akkerbouw leidt tot een afname van plantensoorten in
het algemeen en een toename van het aantal individuen van een beperkt aantal soorten.