Bij een proef zijn vochtig gemaakte broodkruimels in twee thermosflessen (P en Q) gedaan.
Fles Q is met inhoud gesteriliseerd, fles P niet. De flessen worden afgesloten met een kurk
waar een thermometer doorheen is gestoken. Beide flessen worden bij kamertemperatuur
gezet. Een doorsnede van een fles is schematisch weergegeven in tekening 1 van bijlage "Proef broodkruimels". Het temperatuurverloop in beide thermosflessen is in grafieken weergegeven in tekening
2 van bijlage "Proef broodkruimels".
Leg uit waardoor de temperatuur in fles P wel stijgt en in fles Q niet.