Background image

terug

Vraag 3

Bij bananenvliegjes zijn de genen voor de vorm van de haren en de lengte van de vleugels X-chromosomaal. De allelen voor gevorkte haren (e) en voor korte vleugels (f) zijn recessief ten opzichte van de allelen voor rechte haren (E) en voor lange vleugel s (F).
Een vrouwtje is heterozygoot voor haarvorm en voor vleugellengte. Dit vrouwtje wordt gekruist met een mannetje met rechte haren en korte vleugels. Aangenomen wordt dat bij deze kruising geen mutaties en/of crossing-over optreden.

Hoeveel verschillende fenotypen voor de genoemde eigenschappen kunnen bij de mannetjes in de eerste generatie nakomelingen voorkomen?