Bij de zuivering van rioolwater wordt onder andere gebruik gemaakt van heterotrofe aërobe
bacteriën.
Als het door bacteriën gezuiverde rioolwater rechtstreeks geloosd wordt in een sloot, kan dit
grote gevolgen hebben voor de visstand. Door eutrofiëring ontstaat een weelderige
plantengroei in het water (situatie 1). Na verloop van tijd sterft een groot gedeelte van deze
planten af. Er ontstaat een dikke laag dood materiaal op de bodem (situatie 2). Het
zuurstofgehalte in de sloot daalt sterk. Dit leidt tot vissterfte.
Noem twee oorzaken waardoor het zuurstofgehalte in de sloot in situatie 2 veel lager is dan
in situatie 1.