De koe met genotype P1 en P2, Q1 en Q2 en R1 en R2 wordt geïnsemineerd met sperma van een stier
met hetzelfde genotype. De koe krijgt een kalf dat als volwassen dier melk geeft met een
vetgehalte dat hoger is dan dat van de melk van haar moeder.
Hoeveel genen van het type 1 heeft de stier minimaal aan het kalf doorgegeven?