Een student meet de bloeddruk van tien personen met overgewicht. Zeven personen
hebben een te hoge bloeddruk. De student vervolgt zijn onderzoek met deze zeven
personen. Ze blijken allemaal 's nachts regelmatig te snurken. Hij concludeert uit deze
gegevens dat er een verband bestaat tussen hoge bloeddruk en snurken. Deze conclusie is
voorbarig.
Noem twee redenen waarom de conclusie van deze student voorbarig is.