Background image

terug

Vraag 19

Staar

Bij een bepaalde vorm van staar treedt een troebeling van de ooglens op.Als gevolg hiervan neemt het gezichtsvermogen af en kan op den duur zelfs geheel verdwijnen.
Bij een patiënt met staar worden door een operatie de troebele ooglenzen verwijderd. Er worden geen nieuwe lenzen geplaatst en de patiënt is voor zijn verdere leven verziend. Twee leerlingen doen de volgende beweringen over een dergelijke staarpatiënt met verziendheid:
Leerling 1: "Bij verwijdering van de ooglens verdwijnt het accommodatievermogen, daardoor is deze patiënt verziend".
Leerling 2: "Als deze patiënt naar een voorwerp dichtbij kijkt, bijvoorbeeld op 40 cm afstand, wordt het beeld vóór het netvlies gevormd omdat de beeldafstand kleiner wordt".

Welk van deze leerlingen doet of welke doen een juiste bewering?