Om de invloed van de genen op het gedrag te onderzoeken worden vaak tweelingen
vergeleken. De meeste informatie leveren eeneiige tweelingen waarvan de individuen in
verschillende milieus opgegroeid zijn. Het probleem is echter dat er niet zoveel van die
tweelingen zijn. Daarom worden tweelingen onderling vergeleken.
In het schema hieronder is met cijfers aangegeven welke vergelijkingen voor dit onderzoek gemaakt kunnen worden.
Welk cijfer geeft de vergelijking die de meeste informatie oplevert over de invloed van de genen op het gedrag?