Background image

terug

Vraag 27

In een volk bijen komen drie verschillende typen bijen voor: de werkster, de dar en de koningin.Wanneer in een volk een nieuwe koningin ontstaat, verlaat deze meestal met een deel van het volk de bijenkast waardoor een nieuw volk kan worden gevormd. TIjdens deze zogenaamde bruidsvlucht paart zij meestal met meer dan één dar. Ze slaat de spermacellen van deze darren in haar lichaam op; deze spermacellen kunnen de eieren bevruchten die zij tijdens haar leven legt.
Bij bijen ontstaat uit een bevrucht ei een werkster of een koningin; darren ontstaan uit onbevruchte eieren en zijn haploïd.
Een bepaalde bijenkoningin heeft een borststuk dat kort behaard is. Kortharig is een intermediair fenotype dat ontstaat als zowel het allel voor kaal als het allel voor langharig aanwezig zijn.

Welke fenotypen met betrekking tot deze eigenschap komen voor bij darren die zich uit eieren van deze koningin ontwikkelen? En in welke verhouding? Of is daarover geen uitspraak mogelijk?