Bij onderzoekingen aan haverkiemplantjes
wordt het topje van plantje 1 verwijderd
(zie tekening 1 van de afbeelding). Dit
stengeltopje wordt vervolgens op een
agarblokje geplaatst (zie tekening 2 van de
afbeelding). Een bepaalde stof of
bepaalde stoffen die de celstrekking
bevorderen, komen vanuit het stengeltopje
in dit agarblokje terecht. Na enige uren wordt het agarblokje op de rand van het snijvlak van het stengeltje geplaatst. De stof of stoffen die de celstrekking bevorderen, diffunderen uit het agarblokje het stengeltopje in. |
Welke van de tekeningen geeft het beste het gevolg hiervan voor het stengeltje weer?