Background image

terug

Vraag 3

Bij een verkeerscontrole wordt aan de bestuurder van een auto gevraagd of hij alcohol heeft gedronken. Hij zegt: "één glaasje wijn". Om te controleren of hij niet teveel alcohol heeft gedronken, moet hij in een blaaspijpje blazen. In zijn uitgeademde lucht wordt alcohol aangetoond.

Enkele bloedvaten in het lichaam van de mens zijn: aorta, darmslagader, leverader, leverslagader, longader, longslagader, poortader.
Een deel van de alcohol die de bestuurder heeft gedronken, is door de maagwand in het bloed opgenomen.

Via welke van de genoemde bloedvaten en in welke volgorde komt een alcoholmolecuul van deze plaats van opname langs de kortste weg terecht in de uitgeademde lucht?