Aids is een ziekte waarbij het immuunsysteem door een virus wordt aangetast. Er bestaat een aids-test, waarmee men in het bloedserum antistoffen tegen het aids-virus (HIV) kan aantonen. Treft men deze antistoffen aan, dan is de geteste persoon HIV-seropositief.
Een persoon P die nooit een bloedtransfusie heeft gehad, wordt onderzocht op de aanwezigheid van deze antistoffen. Hij blijkt HIV-seropositief te zijn.
Over de bij persoon P aangetroffen antistoffen worden de volgende beweringen gedaan:
Welke van deze beweringen is juist?