In de achttiende eeuw werd verbranding vaak verklaard met de ”flogistontheorie”. Volgens deze theorie wordt bij verbranding vanuit de brandstof een bestanddeel, flogiston, afgegeven aan de lucht. Als de lucht verzadigd is met flogiston, stopt de verbranding.
In 1772 beschreef Joseph Priestley het volgende experiment:
”Laat een kaars branden in een glazen pot, totdat de kaars dooft. Laat nu in deze pot een groene plant enkele dagen in het licht staan. Hierna is in de pot opnieuw verbranding mogelijk.”