Background image

terug

Vraag 20

In het DNA komen vier verschillende stikstofbasen voor: adenine (A), thymine (T), cytosine (C) en guanine (G) die met een suiker en fosforzuur een nucleotide vormen. Een rangschikking van drie nucleotiden in het DNA noemt men een triplet (bijvoorbeeld GCG of AAC). Leerlingen vergelijken het aantal verschillende tripletten in een cel van Drosophila melanogaster met het aantal verschillende tripletten in een menselijke cel. Zij doen hierover de volgende uitspraken:
Leerling 1: Een cel van Drosophila melanogaster heeft meer verschillende tripletten dan een menselijke cel.
Leerling 2: Een cel van Drosophila melanogaster heeft evenveel verschillende tripletten als een menselijke cel.
Leerling 3: Een cel van Drosophila melanogaster heeft minder verschillende tripletten dan een menselijke cel.

Welke leerling doet een juiste uitspraak?