Background image

terug

Vraag 14

Leerlingen kregen als onderdeel van het examendossier de opdracht om zelf een experiment over osmose te ontwikkelen. Hieronder staan twee van die experimenten.

Leerling 1 weet dat een kippenei uit één cel bestaat. Onder de kalkschaal bevinden zich twee vliezen. Deze vliezen werken als een semi-permeabel membraan. Leerling 1 weet ook dat de osmotische waarde van kippenbloed ongeveer gelijk is aan een 0,9% NaCl-oplossing (= keukenzoutoplossing). Leerling 1 neemt twee eieren zonder kalkschaal; die heeft hij voorzichtig (met zoutzuur) verwijderd.
Ei 1 wordt daarna in een 10% NaCl-oplossing gelegd en ei 2 in zuiver leidingwater.
Na een dag is het volume van beide eieren veranderd.

Welke veranderingen hebben er plaatsgevonden?