In plantenkassen kan men planten en schimmels gecontroleerd laten
groeien in aanwezigheid van CO2M/sub> waarvan het C-atoom radioactief
gelabeld is.
Een onderzoeker wil met een experiment aantonen dat kiemende zaden
van een orchidee via een schimmel organische stoffen opnemen die
afkomstig zijn van jonge bomen.
De onderzoeker beschikt over:
Welke van deze zes organismen moet de onderzoeker, afgezien van controles, hiervoor gebruiken?