Background image

terug

Vraag 28

In een patiëntenfolder bij de apotheek staat:

Iemand met een allergie is overgevoelig voor bepaalde stoffen in de omgeving. Kom je in aanraking met stoffen die jouw lichaam als schadelijk herkent, dan ga je antistoffen maken: een afweerreactie. Bij een allergie is er een sterke afweerreactie op stoffen die op zich niet schadelijk zijn.
Meestal ontstaan allergische klachten direct na het contact; soms pas na uren. Stoffen die bij veel mensen allergische klachten veroorzaken zijn huisstofmijt, huidschilfers van dieren, schimmels en stuifmeel (pollen) van allerlei planten maar vooral van gras. Allergie voor stuifmeel noemen we hooikoorts. Heb je tussen februari en september last van jeuk aan de neus, niezen, een loopneus of jeukende, tranende, rode ogen, dan wijst dit meestal op hooikoorts. Ben je het hele jaar door verkouden, dan wijst dit meestal op een allergie als reactie op huisstofmijt of huisdieren.
Bij veel mensen met astma veroorzaakt een allergie irritatie van de luchtwegen, met benauwdheid tot gevolg.

Welke cellen spelen een doorslaggevende rol bij het ontwikkelen van een allergie?