Background image

terug

Vraag 15

De leefwijze van de adéliepinguïns maakt ze tot een interessant onderzoeksobject voor evolutiebiologen. Omdat de adéliepinguïns al millennia in hetzelfde zeer koude leefgebied broeden, zijn resten van hun voorouders zeer goed bewaard gebleven. Men heeft gekeken naar verschillen tussen de nucleotidenvolgorde in het DNA van pinguïns van duizenden jaren geleden en die van nu. Hierdoor kon de mutatiefrequentie vastgesteld worden. Met behulp van deze mutatiefrequentie kan de ouderdom bepaald worden. Hoe meer mutaties aanwezig zijn bij de huidige pinguïns ten opzichte van een fossiel, hoe ouder het fossiel is.

Bij het onderzoek werd vooral gekeken naar veranderingen in het niet-coderende DNA. Dit is het DNA dat, in tegenstelling tot genen, niet voor eigenschappen codeert.

Waarom wordt het niet-coderende DNA onderzocht als het gaat om de mutatiefrequentie en de ouderdomsbepaling?