Het grootste gevaar van bloeddoping en het gebruik van EPO is het
toenemen van de viscositeit (stroperigheid) van het bloed. Er vindt een
verandering plaats in de hematocrietwaarde van het bloed: het
volumepercentage van het bloed dat uit celbestanddelen bestaat.
Hierover worden de volgende uitspraken gedaan:
1 De viscositeit neemt toe doordat in het bloedplasma de osmotische
waarde lager is dan in de celbestanddelen.
2 De viscositeit neemt toe doordat er in de bloedbaan per liter meer rode
bloedcellen circuleren dan voor de bloeddoping.
3 De viscositeit neemt toe doordat er in de rode bloedcellen meer
zuurstof aanwezig is dan voor de bloeddoping en deze cellen daardoor
opzwellen.
Welke van deze uitspraken is of welke zijn juist?