In yoghurt zetten de bacteriën Lactobacillus bulgaricus en Lactococcus
thermophilus voedingsstoffen uit de melk om. Zij doen dat bij
temperaturen tussen 40 en 45 °C. Beide bacteriën gebruiken melksuiker
als koolstofbron, die zij omzetten in melkzuur.
Lactobacillus zet ook een melkeiwit (caseïne) om, waardoor er kleine
peptiden en aminozuren ontstaan. Deze stimuleren de groei van
Lactococcus thermophilus.
Bij de omzetting van bepaalde melkbestanddelen door Lactococcus
ontstaan CO2 en mierenzuur, die de groei van Lactobacillus stimuleren.
In de uitwerkbijlage is een assenstelsel getekend met daarin het verloop
van de melksuikerconcentratie tijdens het fermentatieproces.
Teken in het assenstelsel het verloop van de
melkzuurconcentratie.
Begin op tijdstip 0 en eindig op tijdstip 10.