Muggen kunnen hun slachtoffers opsporen door het ‘ruiken’ van CO2. Op
hun antennes hebben muggen zintuigcellen die minuscule veranderingen
in CO2-concentraties kunnen detecteren.
Diffusie speelt een rol bij de verplaatsing van de CO2 die een persoon
uitademt. We vergelijken een persoon die leest in een slaapkamer waar
het 14 °C is met dezelfde persoon die sport in een ruimte waar het 18 °C
is. De ruimtes zijn even groot en de CO2-concentratie van de lucht in de
beide ruimtes is in de beginsituatie even hoog.
In welke ruimte zal de mug het eerst een verandering van de CO2-concentratie waarnemen en door welke factor of welke factoren is de diffusiesnelheid daar verhoogd?