Om de werking van nicotine aan te tonen, werden twee experimenten
gedaan.
Bij experiment E was bij de helft van de muizen de nicotinereceptor
uitgeschakeld. Bij deze groep nam de eetlust van de diertjes niet af
wanneer ze nicotine of een stof die er op lijkt (cytisine) kregen.
Tijdens dit experiment waren er dus twee groepen muizen; een groep met
receptor en een groep zonder receptor. Deze beide groepen werden over
drie bakken verdeeld, zodat er zes bakken met muizen waren.
In de uitwerkbijlage is een schets van de proefopstelling gegeven.
Vul de ontbrekende gegevens op de uitwerkbijlage aan.