De vorming van de verschillende geslachten bij de brandmier (Wasmannia
auropunctata) gaat anders dan bij bijen (zie de afbeelding).
De koninginnen van de brandmier brengen nieuwe koninginnen voort,
doordat zij zichzelf kloneren. De werksters ontstaan na bevruchting van
de eicellen van de koninginnen, maar zij zijn zelf onvruchtbaar. Bij brandmieren komen geen onbevruchte eitjes voor zoals bij de honingbij. Uit een aantal bevruchte eitjes, die normaal gesproken tot werkster zouden uitgroeien, wordt het erfelijk materiaal van de koningin verwijderd. Alleen het erfelijk materiaal van het mannetje blijft over. Mannetjes verschillen genetisch van elkaar, maar mannelijke nakomelingen zijn klonen van hun vader. |
Welke leerling doet of welke leerlingen doen een juiste uitspraak?